Voorbeelden van signalen die wijzen op problemen in het (bewegend) functioneren:

  • Uw kind reageert niet zoals verwacht, bijvoorbeeld bij aankijken, geluidjes maken of aanraken.
  • Uw kind voelt slap aan of juist heel gespannen.
  • Uw kind heeft te weinig of juist te veel spierkracht.
  • Uw kind is passief of juist overactief.
  • Gewrichten kunnen heel ver worden doorbewogen of juist niet ver genoeg.
  • Er is verschil in bewegen tussen linker- en rechterlichaamshelft.
  • Er is verschil in bewegen tussen bovenste en onderste lichaamshelft.
  • Uw kind wil niet of nauwelijks van de ene naar de andere houding.
  • Uw kind wordt angstig en/of gaat huilen als het wordt bewogen.
  • Uw kind heeft last van onverklaarbaar huilen.
  • Uw kind reageert met huilen en/of terugtrekken op onverwachte en/of nieuwe situaties.
  • Uw kind struikelt vaak.

 

  • Uw kind heeft moeite met gym.
  • Uw kind heeft moeite met schrijven.
  • Uw kind beweegt houterig.
  • Uw kind heeft een matige lichaamshouding.
  • Uw kind is snel vermoeid.
  • Uw kind heeft problemen met de luchtwegen.
  • Uw kind heeft een achterstand in de motoriek in combinatie met vertraging op andere gebieden, bijvoorbeeld voeding, spel, gedrag of spraak-taalontwikkeling.
  • Uw kind gaat achteruit in zijn functioneren.

Wij zijn nu allen geschoold in de DUNSTAN BABYTAAL en kunnen samen met ouders de signalen van hun (onrustige) baby leren herkennen en hierdoor ook adequater handelen.

Samen met de collega's kinderfysiotherapeuten uit Geesteren en Almelo hebben we een praktisch werkboekje gemaakt voor kinderen met plas- en/of poepproblemen (zonder pathologie).

NAAR BOVEN